Frequentiestandaard: 50 Hz en 60 Hz

Gepubliceerd op 25 januari 2024

De keuze van de frequentie is niet zo voor de hand liggend als men op het eerste gezicht zou denken. Tussen 1885 en 1900 was er in de Verenigde Staten een scala aan frequenties in gebruik: 140, 133 1/3, 125, 83 1/3, 66 2/3, 60, 50, 40, 33 1/3, 30, 25 en 16 2/3 Hz. Elke frequentie had zijn eigen toepassingsgebied. Uiteindelijk werd er in Noord-Amerika, Brazilië en Japan voor 60 Hz en in de meeste andere landen voor 50 Hz gekozen. Tegenwoordig wordt 16 2/3 Hz (in Europa) en 25 Hz in Noord Amerika gebruikt bij de spoorwegen en is 400 Hz een gangbare frequentie aan boord van schepen, vliegtuigen en boorplatforms.

Een te lage frequentie, bijvoorbeeld 10 of 20 Hz. is niet bruikbaar voor verlichtingsdoeleinden omdat het menselijk oog dan een flikkering waarneemt. Daarentegen kan de frequentie ook weer niet te hoog zijn omdat de magnetiseringverliezen evenredig met de frequentie en de wervelstroomverliezen zelfs met het kwadraat van de frequentie toenemen. Toch is er ook een voordeel aan het gebruik van een hogere netfrequentie: motoren, generatoren en transformatoren kunnen kleiner gemaakt worden met behoud van het nominale vermogen. Voor het merendeel van de toepassingen is 50 of 60 Hz als frequentiestandaard een mooi compromis.

Dit bericht delen